Psalm 57b vers 5b-12
Blad: 69r
Bid: Vers 5b-7
Kijk:
Rechts zit de psalmist op een berg, terwijl hij de citer bespeelt; hij kijkt achterom of is hij in zichzelf gekeerd? Naast hem staat een lezenaar met een opengeslagen boek, dat echter leeg is. Aan de andere kant zit Christus op een rots, terwijl hij met zijn rechterhand het spreek- of zegengebaar maakt. Hoe komt Christus nu bij deze psalm terecht? In het midden een tafereel van een man met een pikhouweel en een put, waarin gezien het aantal blote benen een viertal mensen op de kop in zit. Het is een enigszins komische verbeelding van het zevende vers waarin de psalmist over zijn tegenstanders zingt: Zij hebben op mijn weg een kuil gegraven maar vielen zelf er in.
Bid: Vers 8-12
Kijk nog eens:
De tokkelende psalmist houdt duidelijk verband met de twee verzen die onder de illustratie staan: Op U vertrouw ik, God, op U vertrouw ik, ik zing en speel voor U. Ontwaak, mijn geest, wordt wakker, harp en cither en wekt de dageraad.
Volgens het Getijdenboek (p. 838-839) is deze psalm een morgengebed in een tijd van beproeving; boven de psalm staat een citaat van de kerkvader Augustinus: Deze psalm bezingt het lijden des Heren.
Schrijf: