Psalm 82 Deus stetit – Zie, God verschijnt
Blad: 98r
Lees:
Opschrift in rode letters: Een psalm van Asaph. De stem van de kerk tot de Joden.
Bid: Vers 1-3
Kijk:
Een jonge Christus staat onder een boog op een berg en kijkt en wijst naar twee kleinere mannen, die met veel turbulentie door een derde naar voren worden geschoven. Achter hen verdringt zich onder een andere boog een grote menigte. Of wijst Christus op het kleine mannetje dat helemaal links staat en waar niemand naar om kijkt? Is hij misschien de vertegenwoordiger van de zwakke, de wees, de geringen en armen, de verdrukte en de misdeelde? Heeft hij misschien een bedelnap in zijn hand? De beweging aan de rechterhand van Christus staat in groot contrast met de stilstand en de onbeweeglijkheid aan zijn linkerhand. Daar staat een groepje mensen onbeweeglijk toe te kijken. Wie zijn dit allemaal en wat gebeurt hier? Wat is het verband met de tekst van de psalm? Verschijnt (staat in de Latijnse versie) Christus hier in de poort om recht te spreken en worden de machthebbers voor zijn gerecht gedaagd? Is dit een verbeelding van het laatste oordeel met de rechtvaardigen aan zijn rechterhand en de veroordeelden aan zijn linker? Maar waarom dan in een kerkgebouw? Volgens sommige kerkvaders handelt deze psalm over de verwerping van de Joden en de uitverkiezing van de heidenen. Deze pijnlijke anti-Joodse visie zou hier dan uitgebeeld zijn: Christus wendt zich met zijn leer af van de Joden aan zijn linkerhand en wendt zich tot de heidenen aan zijn rechter.
Bid: Vers 4-8
Schrijf:
We kijken naar een beeld waarop veel te zien is en dat veel vragen oproept. Bij welke interpretatie voel ik mij het meeste thuis?