Psalm 99 Dominus regnavit – De Heer is koning

Blad: 112v

Lees:

Opschrift in rode letters op de vorige bladzijde: Van David zelf, wanneer zijn land is hersteld. De stem van de kerk over de komst van Christus.

Bid: Vers 1-5

Kijk:

Rechts staat de psalmist in de gestalte van een engel en hij wijst naar Christus, die op een groene wereldbol zit, terwijl zijn voeten rusten op een bankje. In zijn handen houdt hij een opengerolde boekrol, waarin in het Latijn te lezen is: Bewaakt mijn wetten en het zal jullie goed gaan in eeuwigheid. Aan zijn voeten liggen enkele mensen in grote eerbied. Zij gegeven gehoor aan de oproep van psalmist: … werpt u neer voor zijn voetbank… Aan zijn rechterhand staan twee mannen met een aureool, die naar hem wijzen. De jongste draagt een boek en de oudste een boekrol. Wie zijn het? Twee evangelisten? Twee apostelen?

Bid: Vers 6-9

Kijk nog eens:

De verzen 6 en 7  bieden een aanknopingspunt voor de identiteit van de twee mannen aan de rechterhand van Christus: Mozes, Aäron en Samuel: Zij hebben geluisterd naar zijn bevelen, naar al wat Hij hen gebood. Letterlijk staat er: Zij hebben bewaakt… Het is hetzelfde woord, dat op de boekrol staat. Delen van de tekst op de boekrol lijken overigens ontleend aan het boek Deuteronomium, waar Mozes aan het woord is:   (Houd u altijd aan zijn wetten en geboden, zoals ik ze u vandaag geef. Dan zal het u en uw kinderen goed gaan… (4, 40); Ga zorgvuldig te werk in alles wat ik u vandaag heb voorgehouden. Daar zullen u en uw nageslacht tot in lengte van dagen wél bij varen… (12, 28)