Psalm 19a Caeli enarrant – De hemel verkondigt

Blad: 22v

Lees:

Opschrift in rode letters: Tot het einde. Een psalm van David over de verkondiging van de apostelen over de komst van Christus.

Bid: Vers 2-4

Kijk:

De eerste van de twee illustraties bij deze psalm laat twaalf mannen op een rij zien, die met elkaar in gesprek zijn. Het zijn overduidelijk de twaalf apostelen met Petrus in het midden, maar waarom staan ze hier in psalm 19? Staan zij hier als bewoners van de hemel, waarvan in de eerste verzen sprake is? Is het hun spreken dat voor ons hier op aarde niet te verstaan is?

Bid: Vers 5-7

Kijk nog eens:

In de uitleg van Augustinus worden de hemelen vereenzelvigd met de apostelen, die de heerlijkheid van God hebben verkondigd en die hun boodschap tot aan de rand van de wereld in alle mogelijke talen hebben gebracht. Deze verbinding wordt reeds door Paulus gelegd in zijn brief aan de Romeinen (10, 18), nadat hij zichzelf de vraag heeft gesteld waarom slechts weinigen gehoor hebben gegeven aan het goede nieuws van het evangelie: Maar dan is mijn vraag: hebben ze de boodschap soms niet gehoord? Natuurlijk wel, want er staat: ‘Hun roep klinkt over heel de aarde, hun woorden tot de uiteinden van de wereld.’ 

Schrijf: