Psalm 135 Laudate nomen – Looft de naam

Blad: 150v

Lees:

Opschrift in rode letters op de vorige bladzijde: Alleluia.

Bid: Vers 1-11

Kijk:

Met opgeheven zwaard en met het kruis in de hand kijkt een engel naar een bewapende soldaat, die voor hem staat. Met één voet staat hij op een verslagen soldaat, van wie hij het hoofd heeft afgeslagen. Het is een illustratie bij de verzen 10 en 11, waar de psalmist meldt dat de Heer vele volkeren heeft verslagen en sterke koningen heeft gedood. De kunstenaar laat het werk opknappen door een engel. Waarom draagt deze naast het zwaard ook nog een kruis in de hand?

Bid: Vers 12-17

Kijk:

De psalmist, klassiek gekleed, wijst naar een tempelachtig gebouw met twee bogen, waaronder een vrouw en een man op ene lichte verhoging staan. De man houdt zich een beetje schaapachtig bedekt met een doek. De vrouw draagt iets in haar hand: wat is het? Aan de voeten van de man heeft iemand zich ter verering neergeworpen. Heeft deze man zich neergeworpen voor de heidengoden uit de psalm, die tot niets in staat zijn?

Bid: Vers 18-21

Schrijf:

In het onderste beeld is een godenpaar afgebeeld, dat volgens de psalmist tot niets in staat is. In het bovenste beeld treedt namens God een engel op met een zwaard in de ene hand en een kruis in de andere hand. Wat roep dit beeld bij mij op?