Psalm 108 Paratum cor meum – Ik ben bereid

Blad: 125r

Lees:

Opschrift in rode letters: Een lied, een psalm van David. De stem van iemand die de Heer vreest.

Bid: Vers 2-3

Kijk:

De psalmist, met een aureool om het hoofd, staat in een portaal op zijn citer te spelen, terwijl hij naar links kijkt en leunt op zijn staf. Waar kijkt hij naar? Rechts staat een grote groep mensen te luisteren. Wie zijn zij? Er is gek genoeg geen contact tussen zanger en toehoorders. Zij kijken in dezelfde richting als de psalmist. Het is een illustratie bij de eerste twee verzen van de psalm: Ik ben bereid, mijn God, ik ben bereid, ik zing en speel voor U. Ontwaak, mijn geest, wordt wakker, harp en citer, ik wek de dageraad. In deze verzen richt de psalmist zich niet tot de mensen, maar tot God, tot zijn geest (in het Latijn: hart), zijn harp en citer. Waar kijken zij naar? Misschien naar de opkomende zon, het morgenrood, dat als een rode blos op ieders wangen te zien is?

Bid: Vers 4-14

Kijk nog eens:

De toehoorders uit het beeld komen uit vers 4: U wil ik loven, Heer, voor alle volken, voor alle naties zing ik U ter eer.

Luister:

Schrijf:

De psalmist staat klaar klaar om in de vroege morgen voor God te zingen en te spelen, maar alles in hem moet nog wakker worden. Begin ik ook zo mijn dag? Of hoe begin ik eigenlijk mijn dag?