Psalm 40c vers 8b-18

Blad: 52r

Bid: Vers 8b-13a

Kijk:

De derde en vierde illustratie bij de psalm staan op één bladzijde. Op de bovenste afbeelding staat in het midden de psalmist. Biddend en met open handen wendt hij zich naar een gebouw, dat ongetwijfeld een kerkgebouw moet voorstellen. Tegelijkertijd wordt zijn mantel vastgegrepen door een man met een speer, die hem naar links wil trekken. Wie is die gewapende man? Symboliseert hij de rampen, waardoor de psalmist in het eerste deel van vers 13 omgeven wordt?

Bid: Vers 13b-15

Kijk nog eens:

Of symboliseert de man de zonden die de psalmist gegrepen hebben en die hij niet kan aanzien, zoals in de Latijnse versie staat?

Kijk:

Rechts zit de psalmist in een lang en donker gewaad op een heuveltje. Hij bidt niet met zijn handen, maar hij wijst naar een zestal personen op een ander heuveltje, die hun gezichten achter hun met hun mantel bedekte handen of achter elkaar verbergen. Een van hen kijkt met één oog stiekem achterom. Voor de psalmist staat een dadelpalm met vruchten. Tussen de psalmist en de anderen in staat ook een boom; een donker boompje zonder vruchten. Dat zal niet toevallig zijn. Wat drukt het gezicht van de psalmist uit? Leedvermaak? Genoegen? Waarom verbergen de mensen aan de overkant zich? Wie zijn het? Het zijn ongetwijfeld de mensen van wie de psalmist in zijn gebed zegt: die zoeken mij het leven te ontnemen. Hij vraagt God om hen verlegen en beschaamd te maken en hen te overladen met schande. In de ogen van de kunstenaar is het gebed al verhoord.

Bid: Vers 16-18

Schrijf: