Psalm 37a Noli aemulari – Wees niet afgunstig

Blad: 45v

Lees:

Opschrift rode letters: Van David zelf…

Bid: Vers 1-2

Kijk:

Maar liefst vier illustraties heeft de kunstenaar bij psalm 37 gemaakt. In de eerste staat helemaal rechts de psalmist met een kroon op het hoofd; hij maakt het spreekgebaar in de richting van een man in lichte kleren die met bedekte handen op hem toe komt lopen. Wie is hij en wat is zijn intentie? Achter hem buigen mensen zich met geschenken neer voor een naakte figuur, die onder een boog in een vat lijkt te staan. Het lijkt een standbeeld te zijn dat wordt geflankeerd door twee duivelse figuurtjes, van wie één in ieder geval vleugels heeft. Wat wordt hier uitgebeeld? Is dit een illustratie van hen die verkeerd doen… onrecht bedrijven? Maar wat doen zij dan verkeerd?

Bid: Vers 3-14

Kijk nog eens:

De kerkvaders lezen het leerdicht, dat psalm 37 is, als een aansporing om niet jaloers te zijn op de welvaart van hen die verkeerd doen en onrecht bedrijven. Dezen worden geïdentificeerd met het volk Israël, dat tegen de voorschriften van de Heer in afgoden vereerde en at van de offers die waren gebracht. Dat is wat links in de illustratie wordt uitgebeeld. De man met bedekte handen is dan de rechtvaardige die door de psalmist wordt toegesproken.

Schrijf: