Psalm 27a Dominus illuminatio – De Heer is mijn licht

Blad: 32v

Lees:

Op de vorige bladzijde staat in rode letters het opschrift boven de psalm: Psalm van David, voordat hij gezalfd wordt, voor hen die  het eerst binnenkomen.

Bid: Vers 1

Kijk:

Op deze pagina staan twee illustraties. Op de bovenste zit Christus (of David), als een koning met een kroon op het hoofd, op een indrukwekkende troon onder een boog in hoefijzervorm. Met zijn rechterhand maakt hij het spreekgebaar en met zijn linkerhand houdt hij op zijn schoot het evangelieboek vast. Hij kijkt naar iets of iemand aan zijn rechterhand. Waar kijkt hij naar? Is hij de spreker van de psalm of is hij de Heer, over wie de psalmist spreekt?

Bid: Vers 2-3

Kijk:

In het onderste beeld staat de psalmist, met een kroon op het hoofd, glimlachend en rust uitstralend voor een gebouw op een berg. Met zijn linkerarm houdt hij een lange lans vast. Met zijn rechter maakt hij een afwerend gebaar naar de twee ruiters die op hem af komen stormen. De voorste richt een pijl op hem en de achterste ruiter staat op het punt een speer in zijn richting te werpen. Onder de benen van de paarden liggen talloze verslagen soldaten, schots en scheef door elkaar. Het zijn de boosdoeners, de vijanden en de bestrijders uit de psalm, die in slagorde voor de psalmist staan en oorlog voeren, maar uiteindelijk door de psalmist niet gevreesd worden.

Bid: vers 4-10

Kijk nog eens:

Ook de verzen 5 en 6 blijken in de tweede illustratie verwerkt te zijn: Hij brengt mij in veiligheid hoog op de rots. Nu houd ik het hoofd fier opgericht ondanks de vijanden die mij omringen.

Luister:

- De Heer is mijn licht en mijn heil (Liedboek, psalm 27b, 1, 2 en 4), tekst: Ida Gerhardt en Marie van der Zeyde, melodie IWVL.

Schrijf:

Kijk nog eens naar de eerste afbeelding: Wie zou het in mijn ogen kunnen zijn en wat is het verband met de tekst van de psalm?