Psalm 18a Diligam te Domine – Heer U heb ik lief

Blad: 19r

Lees:

Opschrift in rode letters op de vorige bladzijde: Tot het einde. Voor het kind van de Heer. Van David die voor de Heer de woorden van dit gezang gesproken heeft op de dag dat de Heer hem ontrukte aan de hand van zijn vijanden en aan de hand van Saul en zei

Bid: Vers 2-3a

Kijk:

Maar liefst zes illustraties heeft de kunstenaar gemaakt voor de lange psalm 18. In het eerste beeld vlucht de psalmist rechts het beeld uit, terwijl hij zijn hand biddend omhoog houdt. Angstig kijkt hij achterom naar zijn achtervolgers: drie bewapende ruiters, van wie de voorste zijn lans op hem richt. Wie zijn zij? Wordt hij achtervolgd door Saul, die in het opschrift genoemd wordt? Hij neemt geen notie van de zegenende hand van God boven zijn hoofd. Deze hand komt overigens in de psalm niet voor. Je vraagt je af waarom de kunstenaar geen gebruik maakt van de andere beelden die de psalmist voor God oproept: burcht, rots en schild; de Latijnse versie heeft deze concrete beelden in navolging van de Griekse vertaling vervangen door meer abstracte woorden: ondersteuning, toevlucht, bevrijder en helper en die zijn moeilijk in beeld te brengen.

Bid: Vers 3b-13

Luister:

- Diligam te Domine, Jan Pieterszoon Sweelinck 1562-1621, Netherlands Chamber Choir.

Schrijf:

In deze psalm buitelen de beelden voor God over elkaar heen. De kunstenaar gaat er zijn eigen weg mee. Welke beelden op deze en volgende pagina's spreken mij aan en waarom?