Psalm 137b vers 3-9

Blad: 152v

Bid: Vers 3-8

De verzen 7-9 ontbreken in het Getijdenboek (p. 1140).

Kijk:

Een vrouw, die een diepverslagen indruk maakt en op haar hoofd als een kroon een stad draagt, staat toe te kijken hoe een naakt jongetje door een man tegen de rots geslagen wordt. Van rechts wordt het tweede slachtoffer aangedragen. Het is een illustratie bij de verzen 8 en 9: Dochter van Babel, verwoestende furie, zalig wie zal vergelden aan jou je wandaad, door jou begaan aan ons! Zalig wie grijpt en verplettert jouw zuigelingen tegen de Steenrots! (Naardense Bijbel)

Bid: Vers 9

Schrijf:

Het geslachtsdeel van het eerste jongetje is door een preutse lezer weggeschrapt. Die preutsheid betreft blijkbaar niet het geweld. Van het Getijdenboek hoeven (mogen) we deze verzen niet lezen. Wat is de functie van het regelmatig bidden van deze verzen?