Psalm 119e He Legem pone mihi – Toon mij de weg

Blad: 134v

Lees:

Opschrift in rode letters: Stem van de monniken.

Bid: Vers 33

Kijk:

Een oudere man op blote voeten met grijzen haren en baard loopt met biddend uitgestrekte handen een berg op in de richting van een open boek, dat door de hand van God wordt aangereikt. Wie is hij? Is hij de psalmist, die in vers 33 aan het woord is? Of is hij Mozes, die op de berg de wet ontvangt? Wat is dan het verband met het gebouw dat achter de man staat? Is het een kerkgebouw?

Bid: Vers 34-40

Kijk nog eens:

De kunstenaar heeft twee thema’s uit de strofe proberen uit te beelden. Op de eerste plaats het gaan van de weg of van de paden. Op de tweede plaats de wet in de vorm van een boek, dat vanuit de hemel wordt aangereikt.

Schrijf:

Na de eerste strofe is dit de twee keer dat de kunstenaar de wet voorstelt als een boek of een boekrol die vanuit de hemel worden aangereikt. Hoe stel ik mij de wijzing (Kees Waayman) van God voor? Hoe komt die tot mij?

Luisteren:

Psalm 119. Tekst: Huub Oosterhuis. Muziek: Antoine Oomen. Nummer 5: Maak mij duidelijk wat Gij bedoelt, Gij (CD).

Verder lezen:

Kees Waayman, Hoe streelt jouw zegging mijn gehemelte. De spiritualiteit van psalm 119, 2012, p. 193-197.