Psalm 119d Daleth Adhaesit pavimento – In het stof geworpen

Blad: 134r

Lees:

Opschrift in rode letters: Stem van de wereldsen

Bid: Vers 25

Kijk:

In de afbeelding onder aan de bladzijde zijn drie figuren te zien. Uiterst rechts ligt een man met bedekte handen uitgestrekt op de grond; hij heeft zijn droevige ogen gericht op de hemel. Dat laatste is ook het geval met de man op blote voeten in het midden, die met uitgestrekte handen biddend loopt in de richting van stralen die zijn weg verlichten; zijn ogen staan echter niet droevig, maar juist opgewekt. Links ligt een bebaarde man piekerend en met gesloten ogen op een slaapmatje. De eerst genoemde man lijkt te passen bij vers 25, waar de psalmist bidt: Mijn geest is geheel in het stof geworpen…

Bid: Vers 26-32

Kijk nog eens:

De man in het midden lijkt de psalmist te zijn uit vers 27 die bidt: Leid mij op de weg van uw bevelen… Die bevelen blijken een licht op zijn pad te zijn. De slapende psalmist past bij vers 28, waar in het Latijn letterlijk staat: Mijn ziel slaapt van zwaarte…

Schrijf:

De kunstenaar heeft de psalmist in drie verschillende gemoedstoestanden afgebeeld. Van links naar rechts: Droefheid, opgewektheid en moedeloosheid.  Huub Oosterhuis heeft bij elke gemoedstoestand een refrein gemaakt. Bij de middelste man laat hij ons zingen: De lange afstandsloop van uw geboden zal ik lopen. Goed voor mijn hart. Kan ik dat onbekommerd nazingen?

Luisteren:

Psalm 119. Tekst: Huub Oosterhuis. Muziek: Antoine Oomen. Nummer 4: Mijn ziel kleeft aan het stof (CD).

Verder lezen:

Kees Waayman, Hoe streelt jouw zegging mijn gehemelte. De spiritualiteit van psalm 119, 2012, p. 187-192.