Psalm 62 Nonne Deo – Bij God alleen

Blad: 73r

Lees:

Opschrift in rode letters: Tot het einde. Voor Iduthun. Een psalm van David.

Bid: Vers 2-5

Kijk:

De man met het aureool om het hoofd is ongetwijfeld Jezus. Hij wordt door een man aan de hand meegevoerd, terwijl hij zijn rechterhand biddend opheft. Een ander slaat hem in het gezicht, waarbij deze naar zijn oog wijst. Weer een ander slaat hem met een lange stok op het hoofd, waarbij hij naar hem wijst. Twee mannen vallen voor hem op hun knieën. In de marge, naast de illustratie staat in zwarte inkt een commentaar: Hier wordt gesproken over de bespotting van Christus, omdat zij met de lippen ‘ave koning der Joden’ zeiden, maar in hun hart slecht dachten en hem doodden. De commentator verwijst hier naar het lijdensverhaal van Jezus, waar verteld wordt dat Jezus bespot werd. Het is duidelijk dat de kunstenaar de ik-persoon van de psalm vereenzelvigt met Jezus. Hij volgt daarin de kerkvaders, die uitdrukkelijk stilstaan bij het geduld van Jezus en van alle martelaren om te ondergaan wat hun werd aangedaan. Zij doen dit naar aanleiding van vers 6, dat in het Latijn luidt: Maar wees God onderdanig, mijn ziel, want van Hem komt mijn geduld.

Bid: Vers 6-13

Luister:

- Psalm 62, Claude Goudimel, bewerking van Geneefse psalm (1542-1543), viool en gitaar.

Schrijf:

Kijk naar de vele handen in het beeld: Wat drukt elke hand uit? Naar welk vers in de psalm zou elke hand kunnen verwijzen?