Psalm 37c vers 15-31

Blad: 47r

Bid: Vers 15-24

Kijk:

De hand van God grijpt de hand van een door de lucht vliegende man, met aureool, grijze haren en baard . Of valt hij na een achtervolging door een man met een knuppel van de berg af en wordt hij in zijn val door God bij de hand gegrepen? Plat op de aarde ligt iemand, die helemaal gehuld is in zijn mantel en die zijn verhulde handen uitstrekt naar een groep mannen die werkeloos lijken toe te kijken; zij hebben hun handen in hun gewaad verborgen. Rechts staat een man met een knuppel die op het punt staat om toe te slaan. Het is een illustratie van het 24e vers dat boven het beeld staat: Ook als hij (de rechtvaardige) struikelt zal hij niet vallen, want God ondersteunt zijn hand. In het latijn staat er letterlijk: Wanneer hij valt, zal hij niet in elkaar geslagen worden, want de Heer ondersteunt zijn hand. Dat is wat hier letterlijk wordt uitgebeeld. Op de grond ligt de gevallen rechtvaardige en boven wordt de vallende rechtvaardige door Gods hand gered. Wie zijn de mensen die links in beeld staan?

Bid: Vers 25-31

Kijk nog eens:

Nog even terug naar die groep mensen links in het beeld. Zijn zij de vromen uit vers 29 die het land mogen bezitten? De vliegende of vallende man zal naar alle waarschijnlijkheid bedoeld zijn als de psalmist, die als profeet vereerd wordt en daarom een aureool krijgt. Vgl. Psalm 42b.

Schrijf: