Psalm 35c vers 14-21

Blad: 43v

Bid: Vers 14-16

Kijk:

Twee mannen geselen met zwepen een naakte man of vrouw die met de rug naar ons toe vastgebonden staat aan een paal; zijn of haar rug is bezaaid met bloedende striemen. De man links wijst naar zijn eigen neus; wat betekent dit gebaar? De man rechts wijst naar het slachtoffer. Wat is het verband tussen dit beeld en de tekst van de psalm? In de Latijnse versie van de psalm luidt het slot van vers 15: Zwepen werden boven mij verzameld en ik wist het niet. Het ligt voor de hand om het tafereel te verstaan als de geseling van Jezus (Matteus 27, 26); het opschrift boven de psalm (Christus spreekt... vanuit het lijden tot de Vader) wijst ook in die richting. Het met de vinger wijzen van de geselaars is vast een verwijzing naar vers 16: Zij treiterden mij en hielden niet op, zij dreven de spot met mij…

Bid: Vers 17-21

In het getijdenboek worden de verzen 20 en 21 weggelaten. Waarom?

Schrijf: